-
1 быть родственником
vRussisch-Nederlands Universal Dictionary > быть родственником
-
2 akin
-
3 akin to
akin toverwant aan/met -
4 bluethroat
n. (Zoölogie) blauwborst, zangvogel afkomstig uit noorden van Europa en Azië en verwant aan de nachtegaalbluethroat -
5 emeu
-
6 Yupik
n. lid van vroegere Eskimobevolking die in het westen van Alaska en gedeelten van kustgebieden van Siberië wonen (deze groep is verwant aan de Inuiten) -
7 parallel evolution
parallelisme, parallelle evolutie, evenwijdige evolutie, voorkomen van gelijkende evolutionaire bouwstenen bij organismen die niet verwant aan elkaar zijn -
8 voisin
voisin [vwaazẽ]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden:un(e) voisin(e) • buurman, -vrouw1. m (f - voisine)buurman/-vrouw2. = voisine; voisinadj1) naburig -
9 apparenté
apparenté [aapaarãtee]♦voorbeelden:1 être apparenté à qn. • verwant zijn aan, met iemandêtre apparenté à qc. • lijken op, verwant zijn aan ietsadj -
10 parent
parent [paarã],parente [paarãt]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:traiter qn. en parent pauvre • iemand stiefmoederlijk behandelenêtre parent avec • familie zijn vanêtre parent de • verwant zijn aan1. m (f - parente)(bloed)verwant, familielid2. = parente; parentsm pl1) ouders2) familie3. = parente; parentadj -
11 proche
proche [prosĵ]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., meervoud, bijwoord〉♦voorbeelden:de proche en proche • hoe langer hoe meer, langzamerhandadj1) dichtbij, naast2) nabij, ophanden -
12 like
adj. gelijken, gelijkenis; lijkt op; in de vorm van-; alsof (aan het einde van het woord)--------adv. ongeveer; zo'n, zo een--------conj. zoals--------n. gelijke, weerga; neiging; voorliefde; soort--------prep. als; zoals; lijkend op; overeenkomstig--------v. houden van; aardig vinden; willenlike1[ lajk]♦voorbeelden:I've never seen/heard the like • zo iets heb ik nog nooit meegemaakt/gehoordII 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————like2♦voorbeelden:like quantities • gelijksoortige grootheden————————like3♦voorbeelden:if you like • zo u wilt, als je wiltII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 houden van ⇒ (prettig) vinden, (graag) willen♦voorbeelden:1 I'd like a beer • mag ik een pilsje?I like fish • ik hou van viswould you like a cup of tea? • wilt u een kopje thee?I don't like asking him • ik vraag het hem niet graagI'd like to do that • dat zou ik best willenhe likes fishing • hij vist graag〈 ironisch〉 I like that! • mooi is dat!how do you like my new car? • wat vind je van mijn nieuwe auto?how do you like your egg? • hoe wilt u uw ei?how do you like that! • wat zeg je me daarvan!————————like42 〈 voornamelijk aan het eind van de zin, om een onuitgesproken implicatie van de opmerking daarvoor te corrigeren of af te zwakken, in het laatste geval vaak gevolgd door but〉 hoor ⇒ wel4 〈 om aan te geven dat men moeite heeft om iets precies te omschrijven, of om het geschikte woord te vinden〉 nou ⇒ zoiets als♦voorbeelden:and then this guy came up to the counter like, and, like, hit the salesgirl right in the face • en toen kwam een kerel op de toonbank af, weet je, en, nou, sloeg de verkoopster recht in haar gezicht2 Liverpool were good yesterday. Not that I, like, saw the game, like • Liverpool heeft gisteren goed gespeeld. Niet dat ik nou de match gezien heb, hoorI wouldn't mind, like, it's just that/but I prefer not to • ik zou het best wel leuk vinden hoor, alleen/maar ik doe het liever niet3 ‘did you see John at the party?’ ‘no, was he there, like?’ • ‘heb je John op het feest gezien?’ ‘nee, was hij er dan?’4 it was … like … strange, you know • het was … nou … raar, weet jehe had … like … a hat on • hij had zoiets als een hoed op————————like5〈 voorzetsel〉1 als ⇒ zoals, gelijk aan♦voorbeelden:it is like John to forget it • typisch voor John om het te vergetenit looks like rain • er is regen op komstit looks like a good walk • het belooft een fe wandeling te wordenit's not like her • het is haar stijl nietI never saw anything like it • ik heb nog nooit zoiets meegemaaktlike that • zo, op die wijzejust like that • zo maar (even)he is like that • zo is hij nu eenmaalwhat is he like? • wat voor iemand is hij?what's it like outside? • wat voor weer is het?more like ten pounds than nine • eerder tien pond dan negenher hobbies, like reading and writing • haar hobby's, zoals lezen en schrijventhat's more like it • dat begint er op te lijkenthere's nothing like a holiday • er gaat niets boven een vakantiesomething like five days • om en nabij vijf dagenthis is something like a car • dit is nog eens een autobe like that with • op goede voet staan met————————like6〈 voegwoord〉♦voorbeelden:he left early like usual • hij vertrok vroeg zoals gewoonlijkI want a dress like Mary has • ik wil zo'n jurk als Mary heeftit was like in the old days • het was zoals vroeger -
13 collateral
adj. gelijktijdig, parrallel--------n. garantie; aansprakelijkheidcollateral1[ kəlætrəl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————collateral21 collateraal ⇒ zijdelings, zij aan zij2 bijkomstig ⇒ ondergeschikt, secundair♦voorbeelden: -
14 connected
adj. aangesloten[ kənektid]2 gerelateerd ⇒ gelieerd, verwant♦voorbeelden:2 are you connected with the Royal family? • bent u geparenteerd aan het koninklijk huis?are you connected with the circus? • hoort u bij het circus? -
15 near
adj. nabij, dichtbij; nabij staand; dichterbij; intiem; op het laatste moment; vrek, gierigaard; shandig--------adv. nabij; dichtbij; op korte duur; bijna--------prep. bij; naast--------v. naderennear1♦voorbeelden:the near side of the river • deze kant van de rivierour nearest and dearest • zij die ons het meest dierbaar zijnnear likeness/resemblance • sprekende/sterke gelijkenisII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 bijdehands ⇒ er♦voorbeelden:————————near2〈 werkwoord〉1 naderen————————near3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 draw near • naderen, dichterbij komenthey were near famished • ze waren bijna van de honger gestorvenshe came as near as could be to being drowned • het scheelde maar een haartje of ze was verdronkenas near as makes no difference • zo goed alsfrom far and near • van heinde en vershe was near to tears • het huilen stond haar nader dan het lachen→ hand hand/————————near4〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:she was near death • ze was bijna/op sterven na doodhe lived near his sister • hij woonde niet ver van zijn zustergo/come near to doing something • iets bijna doen, op het punt staan iets te doen -
16 next
adj. volgend, volgende; verwant--------adv. volgend; volgende keernext1[ nekst] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:the girl next door • het meisje van hiernaastthe next turn past the traffic lights • de eerste afslag na de stoplichtenthe next best • het beste op één na, de tweede keusthe next but one • de volgende op één na2 the next day • de volgende dag, de dag daaropnext Monday • volgende week maandagthe next few weeks • de komende wekenthe next thing I knew I was lying in the gutter • vóór ik goed en wel wist wat er gebeurde lag ik in de goot————————next2♦voorbeelden:¶ next of kin • (naaste) bloedverwant(en), nabestaande(n)next! • volgende!————————next3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:next to Jill • naast/vergeleken bij Jillhe placed his chair next to mine • hij zette zijn stoel naast de mijnenext we had tea • daarna dronken we theefor next to nothing • bijna voor niks -
17 neoimpressionist
adj. van of betrekking hebbende met de kunstbeweging van het Neoimpressionisme--------n. iemand die verwant is aan de kunstbeweging van het neoimppressionisme, iemand die schildert met gebruikmaking van de pointillistische techniek -
18 apparenter
-
19 se sentir proche de qn.
se sentir proche de qn. -
20 être apparenté à qc.
être apparenté à qc.lijken op, verwant zijn aan iets
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Holländische Sprache — Niederländisch Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur mundartlich in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische Klassifikation … Deutsch Wikipedia
Niederländisch-Flämische Sprache — Niederländisch Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur mundartlich in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische Klassifikation … Deutsch Wikipedia
Niederländische Sprache — Niederländisch (Nederlands) Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur dialektal in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische… … Deutsch Wikipedia